Knopen
Knopen gebruik je om twee touwen te verbinden (b.v. bij het aan elkaar maken van twee abseiltouwen) of bij het zekeren. Voordat je de knopen gebruikt moet je zeker weten dat je ze juist gemaakt hebt. Niet iedere knoop kan je in elke situatie gebruiken. Als je er niet zeker van bent, dan vraag je het even aan de begeleiding.
Gewoon doen, want er worden nog te veel fouten gemaakt met knopen!
ZAKSTEEK EN ACHTKNOOP
De meest gebruikte knopen zijn de zaksteek (sackstich) en de achtknoop (achterknoten). De zaksteek en de achtknoop gebruik je bij het verbinden van twee touwen van gelijke doorsnede. De achtkknoop is na belasting makkelijker los te maken dan de zaksteek. Gebruik deze knopen alleen met touw, nooit met band!
de zaksteek
de achtknoop
De eindjes van de knoop moeten meer dan 10cm lang zijn.
BANDKNOOP
Om twee stukken bandschlinge aan elkaar te maken gebruik je de bandschlinge knoop. Er is geen andere knoop die je met bandmateriaal kan gebruiken!
Je kan ook zelf van een bandschlinge een gordel maken. Hoe dat moet kan je op het plaatje zien.
HMS
Om te zekeren gebruik je een halve mastworp zekering (HMS). Gebruik de HMS alleen in een HMS-karabiner.
Het zekeringstouw gaat van de zekeraar via de HMS naar de abseiler. Als er iets fout gaat, dan houdt de zekeraar het touw strak. Door de HMS kost het nauwelijks kracht om de abseiler stil te laten hangen. Zo kan er dus nooit iets gebeuren.